Als klein meisje was ik al gefascineerd door dieren en het welzijn van dieren. Ik kan mij nog goed herinneren dat ik als 3 jarige aan de hand van mijn vader door een koeienstal liep. Mijn vader was druk in gesprek met de boer en ik keek, mede door mijn leeftijd en bijbehorende lengte, in de ogen van de koeien die op de grond lagen te herkauwen; één koe trok mijn bijzondere aandacht, iets in haar ogen vertelde mij dat het dier ziek was. Ik probeerde mijn vaders aandacht te trekken maar hij had in eerste instantie géén aandacht voor mij. Toen mijn vader uiteindelijk aan mij vroeg wat ik wilde vertellen trok ik hem mee naar de bewuste koe en vertelde mijn vader dat de koe ziek was.
Mijn vader, een beetje in verlegenheid gebracht door de situatie, vertelde lachend aan de boer die zich inmiddels bij ons had gevoegd, wat ik zojuist had gezegd. De boer verzekerde mijn vader echter dat de koe niets mankeerde. Maar de volgende morgen belde de boer mijn vader op met de mededeling dat de koe inderdaad ’s nachts ziek was geworden en dat de dierenarts was gekomen. Hoe het uiteindelijk met de koe is afgelopen weet ik niet, maar wat ik wel weet is dat ik sinds die tijd geïnteresseerd ben in diergeneeskunde.
Vanaf mijn geboorte ben ik omgeven geweest door dieren en in mijn jonge jaren heb ik menig kitten, biggetje, kalfje, lammetje, cavia, veulentje en kuikentje geboren zien worden. Mijn dag kon niet meer stuk als ik met een kennis, een dierenarts, meeging naar boeren bij ons in de omgeving en dan met een lange handschoen aan een kalfje in de baarmoeder van een koe mocht voelen!
Wat echter voor mijzelf steeds meer duidelijk werd is dat de reguliere diergeneeskunde, hoewel beslist onmisbaar in onze samenleving, te ver verwijderd is van de manier waarop ik naar dieren en gezondheid kijk; de Holistische, complementaire benaderingswijze sluit daar veel beter bij aan.